Om te werken in de zorg, moet je sociaal zijn. Contact willen en kunnen maken met andere mensen. De rest, kennis, praktische vaardigheden, dat leer je nog wel via stages en studies. Maar je moet sowieso een mensen-mens zijn en willen helpen. Kijk, je kunt heel plastisch stellen dat je mensen moet wassen, maar je kunt ook denken: sommige mensen kunnen de basisdingen, zoals wassen, eten, drinken, niet meer zelf. En dat heeft een mens wel nodig om zich goed te voelen. Dus hoe mooi is het wel niet dat jij hen daarbij kan helpen?
Ik werkte ooit in de kinderopvang. Omdat daar heel weinig werkgelegenheid was, besloot ik te solliciteren op een vacature hier, in de ouderenzorg. Ik heb heel eerlijk gezegd: ‘Ik heb geen ervaring, heb nog nooit met ouderen gewerkt, maar ik kan alles leren en leer heel snel’. Bovendien vind ik dat elk mens liefde, respect en aandacht verdient, en ik denk dat ik dat kan geven. Mijn liefde voor mensen is heel groot. Van liefde heb je altijd genoeg, nietwaar? Zo is mij dat geleerd. Ik zie deze baan als mijn roeping. De wereld een stukje mooier maken – dát is werken in de zorg voor mij. Om dit werk te kunnen doen, moet je empathisch zijn, geduld hebben en veel begrip hebben. Het mooie is dat al mijn collega’s zo in elkaar zitten. Dus als ik zelf een keer een rotdag heb, zijn zij er ook voor míj. Dan nemen ze iets over, ze geven me een kop thee, we praten even samen. Soms loop ik op de werkvloer en denk ik: wat werken hier toch bijzondere mensen. Stuk voor stuk werken ze met hun hart. Het is een eer om daar elke dag tussen te mogen staan. Hun passie, dat ‘samen-doen-we-het-gevoel’: het werkt aanstekelijk.