Met iets creatiefs bezig zijn, ontspant. Het maakt het makkelijker om te praten over problemen en een band op te bouwen. Want ‘gewoon’ aan tafel te gaan zitten en te praten, is voor de jongeren in deze instelling vaak te moeilijk en te confronterend. Als creatief therapeut gebruik ik daarom een kunstzinnige activiteit, zoals schilderen, boetseren of sieraden maken. Of iets anders: zo heb ik met een leerling een boek gemaakt waarin hij allerlei herinneringen aan zijn moeder heeft geplakt - foto’s, kaartjes, briefjes. Als je iets geeft wat ze leuk vinden, zijn ze meer ontspannen. Dan is het makkelijker om hun vertrouwen te winnen en ze toch aan het praten te krijgen.
Binnen de jeugdgevangenis coördineer ik alle creatieve activiteiten. Maar ook de sportieve, omdat sommige jongeren liever sporten dan stil zitten. In de buitenwereld kun je lid worden van een sportvereniging, of naar club of een buurthuis. Hier hebben we dat ook.
Werken met deze jongeren is niet makkelijk: je krijgt een hoop tegengas. Dit is echt een doelgroep met pit. Maar deze uitdaging vind ik juist leuk. Geen van deze jongeren zit hier omdat ze het graag willen. Iedereen is boos op ze, de omgeving is vreemd, deuren zitten op slot, ze kennen hier niemand. Logisch dat ze zich verzetten. Het zijn kinderen. Ik weet best dat ik ze niet allemaal kan helpen. Maar al is het er maar eentje, die ik een beetje op weg kan helpen. Daar doe ik het voor.