Ik ben zeventien jaar lang kapster geweest. Maar al een tijd liep ik met het gevoel rond: er zit toch meer in mij dan dit? Een klant wees mij op een vacature voor een leer/werktraject als Verzorgende in een verzorgingshuis.
Vanaf dag 1 had ik het gevoel dat ik op m’n plek zat. Ondanks mijn onervarenheid merkte ik dat de mensen het echt fijn vonden als ik er was. Die glimlach op hun gezicht, die kwetsbaarheid, dat raakte mij echt. Hoewel de gesprekjes met de mensen eigenlijk nergens over gaan, vanwege hun dementie, merk je dat dat contact maken toch heel belangrijk is. Je ziet het gewoon: aan hun lichaamshouding, hun gezicht. Ik kan mensen goed op hun gemak stellen. Dat is waarschijnlijk iets wat ik van het kappersvak heb overgehouden.
Op de afdeling waar ik werk, zijn de mensen maar tijdelijk, omdat het revalidatie is. De mensen die hier binnenkomen, zijn enorm verzwakt. Soms zijn ze echt heel ziek, of kunnen ze niet lopen. Hun herstel kan weken, soms maanden in beslag nemen. Ik heb een mevrouw meegemaakt die van een zware buikoperatie moest revalideren. Haar heb ik er echt doorheen moeten slepen. Ze werd zo verdrietig van de dipjes waar ze in terecht kwam. Dan zei ze dingen als: “Zo wil ik het niet” en “Ik zie het niet meer zitten”. Heel heftig voor haar. Maar met veel geduld en aanmoediging is ze er toch door heen gekomen. Ik heb er heel wat peptalks op zitten. De eerste keer dat ze met de rollator over de gang liep, riep ze: “Barbara! Kijk mij eens!” Later heb ik haar nog vaker terug gezien. Niet als patiënt, gelukkig, maar gewoon, voor de gezelligheid, voor een kop koffie.
Sinds ik in de zorg werk, heb ik een stuk meer zelfvertrouwen gekregen. Behalve Verzorgende, ben ik ook EVV’er, en dan regel je ook zaken als het ontslag, je belt de huisarts en andere zorgverleners, je kijkt wat een patiënt allemaal nodig heeft. Nooit gedacht dat ik dit kon, maar kijk mij nu eens. Wie weet ga ik in de toekomst doorstuderen voor HBO verpleegkundige.