Er rust nog altijd een taboe op dit vak. Mensen zeggen: “Werk jij tussen al die gekken?”. Ik zou willen zeggen: kom een dag meelopen, om het zelf ervaren. Patiënten hebben niet voor hun problematiek gekozen, het is hen overkomen. Het kan iedereen gebeuren.
In dit vak moet je positief ingesteld zijn en goed kunnen reflecteren op jezelf. Je bent immers een spiegel voor je patiënten. Als er iets gebeurt, is het belangrijk om je goed te beseffen hoe je daar zelf op reageert. Op het moment dat je bijvoorbeeld geïrriteerd raakt, moet je dat uit kunnen leggen. Alleen dan kan je goede zorg geven.
Ik wil mensen die het leven moeilijk vinden elke dag opnieuw ondersteunen, zodat ze het een heel klein beetje gemakkelijker krijgen. Alhoewel ze maar een korte tijd bij ons blijven, kan ik ze even structuur, regelmaat en ritme geven. In sommige gevallen komen mensen van de straat en is het fijn dat ze even aan tafel kunnen zitten, douchen en wat te eten krijgen. Zo voelen ze zich weer even mens.