Mijn vader is huisarts, mijn broer studeert geneeskunde. Zelf had ik mavo gedaan, maar ik wist niet wat ik wilde. Nadat ik een dagje in een ziekenhuis had meegelopen, was ik meteen onder de indruk. Je werkt met mensen en kunt echt wat betekenen. Want ze liggen hier niet voor de lol.
Ik heb eerst een werk- en leertraject voor verzorgende gedaan en ben nu bijna klaar met HBO verpleegkunde. De variatie van het werk geeft me energie. Elke patiënt is anders, er gebeurt van alles, geen situatie is hetzelfde. Daarom wil ik graag op interne geneeskunde werken. Ik heb ook een tijdje bij chirurgie gewerkt. Maar bij de Interne is er meer gepuzzel. Een patiënt komt binnen met koorts of buikklachten. Je weet niet direct wat er aan de hand is. Je moet alles goed bestuderen en het geheel bekijken. Het onderzoeken, puzzelen vind ik interessant. Het mooiste van dit vak vind ik de kick van een nare situatie die je hebt weten om te draaien in iets positiefs. Dat je dus goed hebt gehandeld, en dat je de waardering krijgt van de patiënt en familie.’