Aan het begin van mijn dienst help ik ouderen met opstaan en aankleden, waarna ik doorga naar de dagactiviteiten. Samen met een collega maak ik het programma. Daarbij houden we ook rekening met de wensen van klanten en vrijwilligers die we die dag ontvangen. Mijn doel is om iedereen een uitje te verzorgen.
“‘s Ochtends werk ik in de zorg, ‘s middags in het welzijn. Dat is leuk, want daardoor kan je beide aspecten van de zorg leveren.”
De uitdaging zit hem voor mij om het mogelijke, mogelijk te maken. Zo kan een klant die zich bijvoorbeeld altijd helemaal uitleeft bij de handwerkochtend door een hersenbloeding beperkt worden in de handfunctie. Daardoor kan ze niet meer doen, wat ze altijd heeft gedaan en dat is heel verdrietig. Met allerlei hulpmiddelen, soms heel eenvoudig, kan iemand toch blijven handwerken.
Het is voor mensen moeilijk om een stap te zetten naar een instelling. Ze geven voor hun gevoel toe dat ze niet meer alles zelf kunnen doen. We proberen hun vertrouwen te winnen door zorg en begeleiding. Soms komen er vereenzaamde mensen die denken dat ze allerlei activiteiten niet meer kunnen omdat ze het jaren niet meer hebben gedaan. Het is mooi als ze bij ons toch weer dingen oppakken en die passie weer kunnen beleven door bijvoorbeeld te rummicuppen, bingo, handwerk of zingen.