De dag dat ik met tegenzin naar mijn werk ga moet nog komen. Mijn baan is zo leuk, dat het niet als werken voelt. Ik werk ruim vijftien jaar als ambulante hulpverlener en ik heb het naar mijn zin. Cliënten maken zich wel eens zorgen over hoe het verder moet als ik met pensioen ga. Ik wuif dat weg. Lachend. En zeg: ‘jullie zijn nog lang niet van me af!’
“Mijn baan is zo leuk, dat het niet als werken voelt”
Als ambulante hulpverlener, Maatschappelijke Ondersteuning heb ik de zorg voor negentien jongeren. Jongens en meisjes die kampen met een verslaving, psychische problemen, autisme of een lichte beperking hebben. Met de kennis die ik tijdens mijn eerdere werk bij de Marine en Justitie heb opgedaan, kan ik de jongeren goed helpen.
Ik deins nergens voor terug en ben direct. Zo begeleid ik een jongen met een fascinatie voor Hitler, de Hitlerjugend en alles wat daarmee te maken heeft. Toen ik hem de eerste keren bezocht, hing er een portret van Hitler aan de muur en lag ‘Mein Kampf’ op tafel. Ik heb hem gevraagd of hij dat wilde opbergen als ik kom. Na een half jaar waren foto en het boek verdwenen.” Ik veroordeel hem niet maar zoekt naar de reden van zijn verering, verklein de afstand door erover te praten en verdiep mezelf in het gedrag. Ik ga regelmatig naar congressen en lezingen. Zo verdiep ik me nu in radicalisering omdat ik daarmee steeds vaker te maken krijg. Van mijn werkgever krijg ik die ruimte. Ik voel me gesteund en kan me ontwikkelen.