Ik ben 20 jaar administratief medewerkster geweest. Maar met dat zitten achter de computer was ik wel klaar. Dus heb ik de overstap gemaakt naar de zorg. Het is ontzettend fijn om lekker bezig te zijn, de handen uit de mouwen te steken. Elke dag is anders met de mensen hier. Logisch, want je hebt toch ook niet elke dag hetzelfde humeur?
Het leukste van mijn werk is dat ik het de mensen naar de zin kan maken. Met wat dan ook. Voor de ene persoon betekent dat even helpen met wassen en aankleden, maar voor veel mensen zijn het de andere, kleine dingetjes die het ‘m doen. De nagels lakken, of wat make up aanbrengen. Een knuffel. Even naast iemand zitten en naar het verhaal luisteren. Met de familie praten en naar hun verhaal luisteren. Vaak lees je wel van alles in het zorgplan over de bewoner, maar als diegene zelf begint te praten, is het toch anders en maak je echt contact. Dit werk is veel meer dan alleen maar wat zorg geven. Het zijn al die andere dingen die maken dat mensen gelukkiger zijn.
Je hebt in dit werk veel empathie nodig. De nachtdiensten vind ik het leukste om te doen. Het komt regelmatig voor dat mensen wakker zijn, en dan heb je soms de meest ontroerende gesprekken. Daar heb je ook de tijd voor, want ’s nachts is het rustiger. Afgelopen nacht nog, liep een mevrouw overstuur over de gang, ze had naar gedroomd. Door haar dementie was ze vaker onrustig. Ik heb met haar op de rand van het bed gezeten, even gepraat, een kop thee gedronken. Vaak is laten merken dat je niet alleen bent, al voldoende. Het werkt overigens niet altijd. Maar dan probeer je gewoon wat anders. Je zoekt samen een oplossing. Dat is het mooie van dit werk.