In het begin vond ik het spannend om stage te lopen. Nieuwe instelling, nieuwe doelgroep, nieuwe collega’s. Maar ik vind het fantastisch. Toen ik voor het eerst iemand moest wassen, dacht ik: oké, hoe moet ik dit aanpakken? Nu besef ik dat het voor degene die gewassen moet worden door een ander, het nog wel ’t lastigst is. Dus ik stel iemand op z’n gemak. Dat vind ik heel belangrijk. En ik hoop dat iemand dat later bij mij ook doe, als ik in een verzorgingstehuis terechtkom.
Ik vind het prettig om bij mensen te zijn. Als aan het eind van de dag iedereen tevreden is, ga ik met een tevreden gevoel naar huis. Misschien wil ik ooit nog doorleren voor verpleegkundige, zodat ik meer verantwoordelijkheid heb, maar dat weet ik nog niet zeker. Ik vind het als verzorgende op de afdeling ook heel leuk. De combinatie studeren en werken is pittig, ik krijg veel huiswerk en maak ook wel redelijk veel uren op de afdeling. Maar ik leer er ook heel veel van – en dat is het belangrijkste. De kennis die je opdoet, kun je vaak meteen in de praktijk toepassen. Je leert heel snel dingen herkennen, op bepaalde problemen inspelen. Dat vind ik fijn: mensen helpen als het nodig is. Zorgen geeft betekenis aan mijn leven. Het is meer dan alleen maar mensen wassen: je gaat ook met iemand winkelen, hebt een goed gesprek, bent met iemands welzijn bezig, je gaat eenzaamheid tegen. Je bent in deze sector continu op zoek naar oplossingen. Iemand is zó misselijk dat-ie niet de gang op durft om naar de wc te gaan: dan gaan we dat oplossen. In teamverband maken we het leven een stukje draaglijker voor de bewoners hier. Dat ik daaraan kan bijdragen vind ik geweldig.