Eigenlijk voel ik me net een soort Sherlock Holmes: met mijn echo-apparaat probeer ik ongeboren kindjes op zo’n goed mogelijke manier in beeld te brengen. Ik doe heel veel 20-weken echo’s, waarin we de gezondheid van het kindje controleren. Zo bekijk ik bijvoorbeeld de hersenstructuren, of het kindje een open ruggetje heeft of een hazenlip. Veel ouders zien deze echo als een ‘pretecho’, maar eigenlijk is het een serieus medisch onderzoek.
Soms moet ik slecht nieuws brengen en ontdek ik een aandoening die in het ziekenhuis verder onderzocht moet worden. Het hoort bij mijn werk om mensen daarover te informeren. Zelfs na jaren ervaring blijft dat toch een moeilijke boodschap om te brengen. De wereld stort soms helemaal in voor de aankomende ouders. Ik vind het belangrijk om hen op zo’n moment zo goed mogelijk te ondersteunen.
Gelukkig gaat het ook heel vaak goed. Ik vind het heel fijn als ik ouders zie genieten tijdens het onderzoek. Ik leg ze altijd uit wat ik zie. Gaandeweg valt de spanning vaak van hun schouders, waarna ze op het einde een diepe zucht van opluchting slaan. Als ik ze na afloop het geslacht mag vertellen, gaan ze helemaal gelukkig naar huis.