Ik heb niet altijd in de zorg gewerkt. Voordat ik Verzorgende was, werkte ik als verkoper binnendienst bij een groothandel in meubelstoffen. Maar daar wist ik al snel: dit ga ik niet mijn hele leven doen. Toen onze jongste 1 was, dacht ik: nu waag ik de sprong.
Inmiddels werk ik sinds 2,5 jaar als Verzorgende, op dit moment in de thuiszorg.
Binnenkort start ik met de opleiding voor Verpleegkundige. De combinatie van werken, leren en mijn gezin is best pittig. Maar dat ben ik meteen vergeten als ik mijn cliënten zie. Ze zijn altijd zo blij als ik er ben om ze te helpen. Ik krijg daar energie van. Niet alleen omdat ik ze de juiste zorg kan geven. Maar ook omdat ik mensen tijdens de zorg aandacht kan geven, en kan luisteren naar hun verhaal. Die balans is heel belangrijk.
Toen ik nog als Verzorgende in een instelling werkte, was er een oudere meneer die tegen iedereen heel bot deed. Niks wat de medewerkers deden, was goed. Ik ben op een gegeven moment naast hem gaan zitten. “Waarom doe je zo, wat is er aan de hand?” Vroeg ik hem. Hij keek me aan, en voor het eerst hadden we een heel openhartig gesprek. Hij kon zijn vorderende dementie moeilijk accepteren. Eigenlijk wilde hij naar huis, hij wilde geen zorg.
Voor hem was dit natuurlijk een heel moeilijke en pijnlijke situatie. En ik heb dat niet voor hem kunnen veranderen, maar het gesprek luchtte hem wel op. Als je dat voor iemand kunt doen, dan doe je dat toch gewoon?