Sport en bewegen verbindt. En het mooie is: het is niet leeftijdsgebonden. Als ik mensen vertel dat ik als bewegingsagoog in een woonzorgcentrum werk, dan komen er soms vooroordelen. ‘Oude mensen kunnen toch niet meer sporten?’ Cliënten denken dat zelf soms ook. Ik wil ze graag laten zien dat je ook met een halfzijdige verlamming kan overgooien met een bal. En zumba in een rolstoel? Kan makkelijk. Hebben we laatste nog gedaan: een lol dat we hadden! Mensen kunnen meer dan ze van tevoren denken.
Ik zie het als mijn taak om hen dat in te laten zien omdat ik weet dat ze zich daar beter door voelen. Want bewegen is niet het doel: in de zorg is bewegen vaak een middel om een mooi doel te bereiken. Om te voorkomen dat iemands spieren stram worden. Om iemand weer te leren lopen met behulp van een rollator. En om mensen zich beter te laten voelen.
Laatst was ik bij een vrouw van wie werd gezegd dat ze niet meer zo veel kon. Ik dacht: dat zullen we nog weleens zien. Ze keek eigenlijk alleen maar om zich heen, bewoog niet, was totáál in zichzelf gekeerd. Ik legde een zachte, fluffy bal op haar schoot. En ineens was daar een teken van leven. Ze pakte hem, kneep erin, glimlachte en begon hele verhalen te vertellen. Zoiets simpels, maar zo’n groot effect. Bewegen heeft ook een groot sociaal aspect: je krijgt mensen zo van hun kamer af, ze komen in contact met anderen. En als iemand dan zegt: ‘Goh, het was toch wel leuk, volgende keer weer?’ , ja, dan is mijn dag goed. Want dat is waarom ik zorg en waarom ik zo van mijn werk houd: elke dag bezorgen we mensen een succesbeleving.
Van zelf iets oprapen tot met een bal spelen tot zelf het brood kunnen smeren. Fantastisch toch, als je iemand een stukje zelfstandigheid terug kan geven?”