Ik deed dit werk al voordat mijn kinderen geboren werden. Nadat de jongste naar de lagere school ging, heb ik mijn kans gepakt en ben ik weer begonnen. De kraamzorg bleef me al die tijd trekken omdat het enorm afwisselend is. En steeds weer voor andere mensen. Daardoor ziet je dag er altijd anders uit.
In het begin van een kraambed richt ik me vooral op het begeleiden van de moeder en de verzorging van de baby. De moeder help ik bij het op gang laten komen van de borstvoeding, als ze dat wil. Daarnaast leer ik de ouders veel praktische zaken, zoals het kindje in bad doen. Als er tijd over is, pak ik huishoudelijke taken op.
Het is heel mooi om te zien hoe zo’n gezin in de nieuwe rol groeit. Soms is het een hele uitdaging. Laatst had ik een heel jong gezin dat enorm onzeker en trillerig was. Toen ik aankwam dacht ik: ‘Dit wordt een hele uitdaging’. De laatste dag was dat helemaal omgeslagen en konden ze zelf de baby in badje doen, hadden ze zelfvertrouwen en was de rust weer terug. Dat is dan zo ontzettend mooi.
Baby’s worden meestal onverwachts geboren, dat betekent dat je vaak thuis wacht tot je naar een gezin kunt. Het hoort bij je werk en eigenlijk vind ik die wachtdiensten niet zo erg. Ik heb altijd wel wat te doen: breien, een boodschapje of de keukenkastjes uitsoppen. Daar heb ik dan mooi tijd voor. Als ik dat vervelend had gevonden, was ik nooit weer opnieuw begonnen met dit werk.