Op mijn 32ste heb ik een hersenbloeding gehad. Ik heb geluk gehad: tegen alle verwachtingen in ben ik hersteld. Ik realiseerde me toen dat ik iets voor mensen wilde betekenen die ook in zo’n situatie terecht komen.
Ik heb dansacademie gedaan en heb jarenlang als docente dans gewerkt. Na mijn hersenbloeding heb ik mij laten omscholen. Dansen heb ik niet helemaal achter me gelaten: ik geef nog steeds les, maar ik werk ook als activiteitenbegeleider voor ouderen. Dat doe ik inmiddels alweer achttien jaar.
In een woonvorm voor dementerende ouderen probeer ik mensen te bereiken door iets met ze te doen. Dat kan een uitstapje zijn, of een groepsactiviteit met muziek of dans. Maar het kan ook zijn dat we rustig de tijd nemen voor een maaltijd en samen uitgebreid de tafel dekken. Of ik ga met ouderen wandelen of fietsen of we pakken een terrasje. Ik ken een mevrouw die in huis moeite heeft om haar kop koffie vast te houden. Maar als we erop uit gaan en op een terrasje gaan zitten, dan zie je haar opbloeien, en dan lukt het haar wel. Op dat moment voelt ze zich, denk ik, echt een ander mens.
Ook voor iemand die alleen nog maar op bed ligt, probeer ik wat te betekenen. Dan zorg ik voor zijn of haar favoriete muziek, of ik ga er naast zitten. Een hand vasthouden. Bij dementie maken mensen soms zulke moeilijke, onbegrijpelijke fases door, en dan wil ik ze ondersteunen en geruststellen. Er gewoon voor ze zijn. Het is eigenlijk wat je voor je eigen vader of moeder ook zou doen.