Als oudere mensen zorg nodig hebben, dan is het zo fijn als ze dat in hun eigen, vertrouwde omgeving kunnen krijgen, waar ze hun eigen spullen en herinneringen hebben.
Ik werk drie tot vier avonden in de week in de thuiszorg. Op een avond bezoek ik rond de 20 cliënten thuis. Dat is best veel, maar ook afwisselend. En het contact met al die mensen is zo leuk. Zij hebben mij nodig, maar ik hen net zo goed. Het is deze wisselwerking waar ik energie van krijg.
Ondanks de hoeveelheid cliënten bouw je altijd wel een band op met ze. Met de een wat meer dan de ander, maar toch. Ik heb een cliënt die, net als ik, erg van muziek houdt. Elke dag als ik hem zorg geef, praten we over mooie liedjes. Hij laat me een clipje op Youtube zien, of we zetten even een cd op en dan zingen we uit volle borst. En ik heb een cliënt die leraar Nederlands is geweest en mij elke keer wel iets nieuws leert. Over een klein woordje kan hij dan een heel verhaal vertellen. Hartstikke mooi vind ik dat. Maar zelfs in de terminale zorg heb je vaak nog mooie gesprekken. Of misschien wel juist in die fase. Dan is het namelijk niet meer nodig om de schijn op te houden.
In de thuiszorg heb ik wel mijn plek gevonden. Ik vind het een eer dat ik bij mensen thuis mag komen om zorg te verlenen.