Als triagist ben je degene die aan de hand van het verhaal van een patiënt beoordeelt wat er aan de hand is met een patiënt en waar hij of zij naar toe moet. Ik doe triage via de telefoon, en op de huisartsenpost. Op de post vind ik het leukste, omdat je de mensen dan echt ziet, en je echt contact hebt. Een wondje kan ik zelf hechten, en als iemand met bijvoorbeeld een pijnlijke pols langs komt, kan ik zelf onderzoeken of er sprake is van een fractuur.
In dit werk weet je nooit wat er gaat komen. Het kan acuut zijn, en vaak hectisch. Je ziet van alles voorbijkomen: van mensen die pijn op de borst hebben, een allergische reactie, botbreuken.
Samenwerking met artsen is heel belangrijk: je bent namelijk het voorportaal van de Eerste Hulp en de huisartsen. Ik heb wel eens meegemaakt dat een oudere meneer in een rolstoel samen met zijn dochter bij mij langs kwam. Hij had ontzettende hoofdpijn, maar in het onderzoek kon ik niks vinden. Ook de huisarts vond niks. Toch bleef ik erbij: er is iets aan de hand.
De huisarts ging af op mijn gevoel, en stuurde hem door naar het ziekenhuis. Juist op dat moment kreeg hij een beroerte. Omdat ze er op tijd bij waren, kon hij gelukkig nog helemaal herstellen. Later kwam de dochter nog bij mij langs om mij te bedanken. Zoiets blijft je wel bij. En je beseft dan weer even waar je het voor doet.