Er woont een mevrouw met de ziekte van Huntington en Alzheimer bij ons op de psychogeriatrische afdeling van het verzorgingshuis. Ze was heel erg onrustig en daarom probeerden we samen met de psycholoog allerlei manieren uit om haar te kalmeren. Vanuit het niets dacht ik ineens; “Ik moet mijn hond Pino meenemen!” Tijdens mijn werk op een andere afdeling, waar vooral mensen met lichamelijke klachten liggen, deed ik dat ook vaak. Iedereen vond het goed en het bleek een schot in de roos.
De bewoonster reageert heel goed op mijn chiwawa en wordt er helemaal rustig van. Als ze bijvoorbeeld even verdrietig is, pakt ze hem op en gaat ze ermee knuffelen. Ze ziet zichzelf als een soort oppas voor de hond. Dat kan, want ik ben altijd in de buurt. Als woonassistente ben ik veel in woonkamer aanwezig om bewoners eten te geven, ermee te praten of te helpen.
Naast de bewoners, ben ik ook heel blij met mijn collega’s. In onze groepsapp delen we alles met elkaar, ook als een bewoner bijvoorbeeld overlijdt. Daardoor voelt mijn baan totaal niet als zwaar aan. Om het nog leuker te maken, gaan we ook vaak met elkaar uit eten en weekendjes weg.